Allard Tjarda van Starkenborgh en de borg Verhildersum


Allard is de oudste zoon van Lambert Tjarda van Starkenborgh en Frederica Gayckinga. Hij volgt zijn vader op als Heer van Verhildersum, jonker en hoveling te Wierhuizen, Leens, Wehe en Zuurdijk. In 1648 huwt hij Gratia Susanna Clant, dochter van Edzart Jacob Clant en Bouwina Coenders.

Van Allard is het avondmaalzilver afkomstig dat hij in 1653 aan de kerk van Leens schenkt. De zilveren schotel en beker zijn beide gegraveerd met een afbeelding van de kerk en de toren van Leens en de letters A.T.v.S.H.v.V. en L, dat wil zeggen Allard Tjarda van Starkenborgh, Heer van Verhildersum en Leens.

 

De zilveren schotel geschonken aan de kerk van Leens met de letters A.T.v.S.H.v.V. en L, dat wil zeggen Allard Tjarda van Starkenborgh, Heer van Verhildersum en Leens. De avondmaalsbeker geschonken aan de kerk van Leens met de letters A.T.v.S.H.v.V. en L, dat wil zeggen Allard Tjarda van Starkenborgh, Heer van Verhildersum en Leens.
De zilveren schotel geschonken aan de kerk van Leens met de letters A.T.v.S.H.v.V. en L, dat wil zeggen Allard Tjarda van Starkenborgh, Heer van Verhildersum en Leens. De avondmaalsbeker geschonken aan de kerk van Leens met de letters A.T.v.S.H.v.V. en L, dat wil zeggen Allard Tjarda van Starkenborgh, Heer van Verhildersum en Leens.

 

Avondmaalsschotel en -beker [2185] 

 

A.T.V.S.H. VAN V. EN L.

Wapen: Tjarda van Starkenborgh. Gravure van kerk en toren met bijschrift: KERCKE TOE LEENS.

N.B. Op schotel:

w 621 LOOT A° 1653.

Op beker:

B.w. 49 LOOT MET HET DECKSEL A° 1653.

De letters kunnen worden opgelost tot: Allard Tjarda van Starkenborgh, heer van Verhildersum en Leens.

Afgebeeld: in J. S. van Weerden. Spanningen en konflikten. Groningen 1967. Blz. 398/399. HLZ, nr. 56. De schotel misschien tevens doopvont. GDW, blz. 413, nr. [2185]. Bron: GDW.

 

De herenbank in de kerk van Leens

Het gestoelte van de Van Starkenborghs (de herenbank) in de kerk, met boven-voor een wapenschild met de wapens van Van Starkenborgh, Clant, Gaikinga en Coenders, stamt ook uit de 17e eeuw, evenals waarschijnlijk de preekstoel en koorafsluiting met de mooie koperen bankopzetten met getorste kaarsenhouders (kaarsentorentjes) en het wapen Tjarda van Starkenborgh. Er is een enorm portret van zijn gezin op borg Verhildersum.

 

De herenbank in de kerk van Leens. Wapen: Gevierendeeld: I Tjarda van Starkenborgh; II Clant; III Gaykinga; IV Coenders [1]. Schildhouders: twee gouden draken met opgeheven vlucht. N.B. Afgebeeld: Mooi Groningen, 1916, blz. 30. LNB, blz. 82. GHK, blz. 90. Allard Tjarda van Starkenborgh, overleden 1673, gehuwd 24 september 1648 Gratia Susanna Clant, overleden 21 september 1690. Zie: NLW, 1951, k. 198. GDW, blz. 413, nr. [2184].

De herenbank in de kerk van Leens. Wapen: Gevierendeeld: I Tjarda van Starkenborgh; II Clant; III Gaykinga; IV Coenders [1]. Schildhouders: twee gouden draken met opgeheven vlucht. N.B. Afgebeeld: Mooi Groningen, 1916, blz. 30. LNB, blz. 82. GHK, blz. 90. Allard Tjarda van Starkenborgh, overleden 1673, gehuwd 24 september 1648 Gratia Susanna Clant, overleden 21 september 1690. Zie: NLW, 1951, k. 198. GDW, blz. 413, nr. [2184]. Bron: Hardscarf, 4 augustus 2016. Licentie: Creative Commons.

 

Hij bekleedt net als zijn vader talrijke functies, zoals:

- lid van de admiraliteit te Harlingen in 1645, 1646,

- lid van het college van Gedeputeerde Staten van Stad en Lande in 1647-1649, 1658, 1665 en 1666,

- lid van het admiraliteitscollege te Amsterdam in 1654, 1655,

- curator der universiteit te Groningen,

- bewindhebber der West-Indische Compagnie enz.

In Leens en omstreken heeft hij als redger en collator veel invloed.


Koorhek in de kerk

Op het koorhek in de kerk vinden we ook tekenen van Allard Tjarda van Starkenborgh terug.

 

Koorhek:

[2183]   IR A.T.V.S.H.T.V.L.
Wapen: Tjarda van Starkenborgh;413
N.B. Koper. In tweevoud, voor- en achterzijde gelijk. Afgebeeld: VHS, blz. 87. LGK, afb. 24a. VVS, blz. 171. I` in ligatuur. Letters kunnen worden opgelost tot:


JONKER ALLARD TJARDA VAN STARKENBORGH, HEER TOT VERHILDERSUM, LEENS.

Allard Tjarda van Starkenborgh, op Verhildersum 1646, overleden 1673.

Zie: OBS, blz. 203. NLW, 1951, k. 197-198. GDW, blz. 412, nr. [2183]. Bron: GDW.

 

Allard bij het beleg van Groningen
In 1672 bij het beleg van Groningen door de bisschop van Munster, Bernard van Galen, 'Bommen Berend', is Allard Tjarda van Starkenborgh belast met het commando over een groep soldaten en boeren om de wacht te houden bij de oostelijke en noordelijke dijk van het Reitdiep, opdat de vijand niet over het Reitdiep zal komen om de stad te omsingelen.

 

De 'bovenspiegel' van het schip 'Verhildersum'. Deze afbeelding komt zeer waarschijnlijk niet overeen met de werkelijkheid. Zie de afbeelding hieronder. Bron: eigen verzameling.

 

De 'bovenspiegel' van het schip 'Verhildersum'. Deze afbeelding komt zeer waarschijnlijk niet (geheel) overeen met de werkelijkheid. Zie ook de afbeelding hieronder.

 

'sLands schip Verhildersum

R.E.J. Weber gaat in ‘'s Lands schip Verhildersum; zijn naam en de voorstelling op zijn bovenspiegel’, Groningse volksalmanak, historisch jaarboek voor Groningen (1976-1977) 42-47, in op de gebruiken rond de naamgeving van de oorlogsschepen in de Republiek, naar aanleiding van een afbeelding van het oorlogsschip ‘Verhildersum’ door Willem van de Velde de Oude. Dit schip, dat zijn naam heeft gekregen van Allard Tjarda van Starkenborgh, heer van Verhildersum te Leens en op de bovenspiegel een afbeelding van die Groningse borg heeft, komt van 1655 tot 1665 geregeld in de documenten voor, meestal echter met een verbastering van de naam tot ‘Hilversum’; dankzij de afbeelding is het mogelijk de juiste naam te achterhalen. Th.S.H.B. (DBNL)

 

Het oorlogsschip de ‘Hilversum’, naar een tekening aan Willem van de Velde de Oude, in bezit van het National Maritime Museum te Greenwich. Aan de bovenkant van de achterzijde is duidelijk de bovenspiegel van het schip te zien.

Het oorlogsschip de ‘Hilversum’, naar een tekening aan Willem van de Velde de Oude, in bezit van het National Maritime Museum te Greenwich. Aan de bovenkant van de achterzijde is duidelijk de bovenspiegel van het schip te zien.

 

 

Meer over het schip 'Verhildersum'

 

Het schip ‘Hilversum’, een foute naam

Dit fraaie oorlogsschip, hierboven afgebeeld naar een tekening van Willem van de Velde de Oude, draagt de naam ‘Hilversum’. Het is een tot de middelgrote schepen behorend linieschip, dat voor het eerst in 1655 in de annalen wordt vermeld. Waarschijnlijk is het in dat jaar gebouwd op een particuliere werf in Amsterdam, tot welks admiraliteit het heeft behoord. Het schip heeft een lengte van ruim 38 meter en een grootste breedte van bijna 10 meter. De bewapening bestaat aanvankelijk uit 50 kanonnen en de vaste bemanning uit 170 koppen, in latere jaren geleidelijk uitgebreid tot 62 kanonnen en 265 man. Ter vergelijking, de cijfers van ‘De Zeven Provinciën’, het vlaggenschip van Iuitenant-admiraal De Ruyter tijdens de Vierdaagse Zeeslag: lengte ruim 46 meter, breedte ruim 12 meter, 80 stukken geschut en 475 bemanningsleden.

 

Abraham van der Hulst (Amsterdam, 11 april 1619 — 12 juni 1666) is een Nederlands admiraal en zeeheld uit de zeventiende eeuw. In 1650 wordt hij benoemd bij de Admiraliteit van Amsterdam tot buitengewoon kapitein. Hij vecht in de Eerste Engels-Nederlandse Oorlog, eind 1652 wordt hij kapitein van het schip de Groningen. In 1653 wordt hij benoemd tot gewoon (dat wil zeggen: vast) kapitein, zich onderscheidend als vlaggekapitein van De With op de Vrijheid in de Zeeslag bij Nieuwpoort en de Slag bij Ter Heijde. Gravure uit de 17 eeuw door Jan de Visscher (1658-1692). Bron: Stadsarchief Amsterdam. Licentie: Public Domain.Abraham van der Hulst (Amsterdam, 11 april 1619 — 12 juni 1666) is een Nederlands admiraal en zeeheld uit de zeventiende eeuw. In 1650 wordt hij benoemd bij de Admiraliteit van Amsterdam tot buitengewoon kapitein. Hij vecht in de Eerste Engels-Nederlandse Oorlog, eind 1652 wordt hij kapitein van het schip de Groningen. In 1653 wordt hij benoemd tot gewoon (dat wil zeggen: vast) kapitein, zich onderscheidend als vlaggekapitein van De With op de Vrijheid in de Zeeslag bij Nieuwpoort en de Slag bij Ter Heijde. Gravure uit de 17 eeuw door Jan de Visscher (1658-1692). Bron:
Stadsarchief Amsterdam. Licentie: Public Domain

 

Als eerste kapitein van de ‘Hilversum’ in de jaren 1655-1658 wordt Abraham van der Hulst genoemd (zie afb. hiernaats,, maar dit kan slechts ten dele waar zijn, want in 1656 bevindt deze zich als kapitein van de ‘Landtman’ met een smaldeel onder De Ruyter in de Oostzee om Danzig tegen de Zweden te beschermen.

Maar op 24 december 1656 vertrekt de ‘Hilversum’ onder zijn commando, wederom in het smaldeel van De Ruyter, met een konvooi van 80 straatvaarders naar de Middellandse Zee.

Het oorlogsschip de ‘Hilversum’, naar een tekening van Willem van de Velde de Oude, in bezit van het National Maritime Museum te Greenwich. Abraham van der Hulst (1619 - 1660), vice-admiraal van Holland en West-Friesland.

Na jacht gemaakt te hebben op Barbarijse en Franse kapers, waarbij drie schepen van de Fransen worden genomen, bevindt de ‘Hilversum’ zich in september voor de kust van Portugal, waarmee Nederland dan in oorlog is.

 

Kapitein Jan van Amstel (1618-1669). Uitsnede van een portret samen met zijn vrouw Anna Boxhoorn, geschilderd door Abraham Lambertsz van den Tempel (1622-1672). Olie op doek. Hoogte: 142cm en breedte 181cm. Collectie: Museum Boijmans van Beunningen. Licentie: Creative Commons Attribution-Share Alike 3.0 Unported licentie.

Kapitein Jan van Amstel (1618-1669). Uitsnede van een portret samen met zijn vrouw Anna Boxhoorn, geschilderd door Abraham Lambertsz van den Tempel (1622-1672). Olie op doek. Hoogte: 142cm en breedte 181cm. Collectie: Museum Boijmans van Beunningen. Licentie: Creative Commons Attribution-Share Alike 3.0 Unported licentie.

 

Begin november worden 15 suikerschepen uit Brazilië buitgemaakt, waarvan twee door Van der Hulst, die daarmee de basis voor zijn latere welstand legt. In 1658 wordt Van der Hulst opgevolgd door Jan van Amstel (zie afb. hiernaast), die begin juni met de ‘Hilversum’ opnieuw onder De Ruyter richting Portugal vertrekt, waar het schip belast wordt met de bewaking van de Taagmonding. Omdat er vredesonderhandelingen gaande zijn, doet men het rustig aan en in november keert de vloot weer in het vaderland terug.

 

De ‘Hilversum’ krijgt in de persoon van de minder bekende Jacob van Meeuwen een nieuwe kapitein. Het schip vertrekt op 20 mei 1659 weer in een vloot onder De Ruyter naar de Oostzee om de daar aanwezige scheepsmacht van de opperbevelhebber, luitenant-admiraal Van Wassenaer Obdam, te versterken.

 

De Zweden zijn in oorlog met Denemarken, Brandenburg en Polen en houden grote delen van Denemarken bezet. Een Zweedse overwinning zal afsluiting van de Sont inhouden en een zware slag aan de handel toebrengen, want ca. 40% van de Nederlandse import komt uit het Oostzeegebied. Van Wassenaer Obdam heeft op 8 november 1658 de belangrijke slag in de Sont gewonnen; de Zweedse vloot heeft zich met zware verliezen moeten terugtrekken naar haar basis Landskrona.

 

Beschieting van Nijborg op 23 november 1659. De pijl wijst naar het nieuwe schip van Jan van Amstel, de 'Provinciën’.

Beschieting van Nijborg op 23 november 1659. De pijl wijst naar het nieuwe schip van Jan van Amstel, de 'Provinciën’.

 

Kopenhagen is aan de zeezijde ontzet en de Sont ligt weer open voor de koopvaarders. De toegangen tot de Oostzee. de Nederlandse import kwam uit het Oostzeegebied. Van Wassenaer Obdam heeft op 8 november 1658 een belangrijke slag in de Sont gewonnen; de Zweedse vloot heeft zich met zware verliezen moeten terugtrekken naar haar basis Landskrona. Kopenhagen is aan de zeezijde ontzet en de Sont ligt weer open voor de koopvaarders.

 

De vloot van De Ruyter, bestaande uit 39 schepen, heeft in Nederland 4000 soldaten ingescheept, die met Duitse en Poolse troepen de Zweden uit Denemarken moeten verdrijven. Tegen kerstmis raakt de ‘Hilversum’ in de haven van Kopenhagen ingevroren. Het scheepsvolk helpt bij de verdediging van de stad, die vanaf de landzijde door de Zweden wordt bedreigd. Geschut van de ‘Hilversum’ wordt daartoe op de wallen geplaatst. Strenge koude, gebrek en infectieziekten veroorzaken vele doden, waardoor de vloot in enkele weken meer dan 400 opvarenden verliest.

 

Mede door het plotselinge overlijden van de Zweedse koning Karel X wordt op 6 juni 1660 vrede gesloten. De Nederlandse vloot vertrekt op 14 augustus met de overgebleven Nederlandse soldaten naar het vaderland, waar op 1 september 1660 het Vlie wordt bereikt.

 

De ‘Hilversum’, onder bevel van kapitein Jacob van Meeuwen, is een van de andere schepen. Van 1661 tot 1662 is Isaac Sweers kapitein op de ‘Hilversum’. In een eskader onder bevel van vice-admiraal Egbert Kortenaer (zie afbeelding hieronder) vertrekt de ‘Hilversum’ op 13 september naar het Kanaal om op kapers en zeerovers te jagen. Na vereniging met de uit de Middellandse Zee terugkerende vloot onder De Ruyter wordt op de Spaanse zilvervloot gekruist, dit keer niet om die te veroveren, maar om haar te beschermen. Als blijkt dat die al veilig in La Coruna is aangekomen, wordt de terugreis aanvaard en is men op 20 december 1661 weer thuis. Vice-admiraal Egbert Meeuwsz. Kortenaer, die sneuvelt in de Slag bij Lowestoft op 13 juni 1665.

 

Over de eerstvolgende jaren is weinig bekend; de ‘Hilversum’ wordt wel enkele keren - met andere schepen - op tekeningen van Van de Velde afgebeeld.

 

In 1665 komt Albert Mathijsen als kapitein aan boord van de ‘Hilversum’, die weer is ingedeeld bij het eskader van Kortenaer en met deze op 8 juni 1665 uit-vaart om de Engelse vloot te bestrijden. In maart is de Tweede Engelse Oorlog (1665-1667) uitgebroken. Onder bevel van Van Wassenaer Obdam wordt de grootste oorlogsvloot uit de vaderlandse geschiedenis geformeerd. Zeven eskaders van in totaal 121 schepen met bijna 4900 kanonnen en 21.000 manschappen zeilen richting Engeland om de strijd met de iets grotere Engelse vloot (130 schepen) aan te binden.

 

Op 13 juni 1665 komt het bij Lowestoft aan de Engelse oostkust tot een zware zeeslag, die voor de Nederlanders dramatisch verloopt. Nadat het vlaggenschip de ‘Eendracht’ van Van Wassenaer Obdam met 350 man in de lucht is gevlogen en zijn plaatsvervanger Kortenaer al eerder is gesneuveld, ontstaat verwarring in de vloot. Een aantal schepen slaat op de vlucht. Drie botsen op elkaar en gaan in een vlammenzee ten onder, vijf andere schepen worden door de Engelsen vernietigd en negen buitgemaakt; 5000 Nederlanders vinden de dood. De Engelsen verliezen één schip en 800 man. De ‘Hilversum’ vlucht niet, maar moet toch de strijd staken, omdat er aan boord muiterij is uitgebroken en de muiters het schip aan de Engelsen overdragen. Deze herdopen het schip in ‘Helverston’ en voegen het aan hun vloot toe.

 

Tijdens de Vierdaagse Zeeslag (11-14 juni 1666) en waarschijnlijk ook tijdens de Tweedaagse Zeeslag (4 en 5 augustus 1666) vecht het schip met Richard May als kapitein aan Engelse zijde. Plattegrond van de Theems en de monding van de Medway. Op 19 augustus 1666 overvalt de Engelse kaper Holmes het eiland Terschelling, steekt liefst 140 koopvaarders in brand en verwoest het dorpje West-Terschelling.

 

De wraak komt bijna één jaar later in de vorm van de vermaarde tocht naar Chatham. Op 21 juni 1667 zeilen Nederlandse schepen de rivier de Medway op, waar de Engelsen ze bij een mosselbank trachten tegen te houden door een blokkade van tot zinken gebrachte schepen. De ‘Helverston’ vaart daar op de stomp van de grote mast van de reeds gezonken ‘Norway Merchant’, slaat lek en zinkt - een weinig effectieve methode, maar misschien is het een ongeluk en is de ‘Helverston’ niet als blokkadeschip bedoeld.

 

Het schip wordt eind januari 1668 gelicht en wordt dan vermoedelijk gesloopt. Een triest einde van een fier schip dat letterlijk en figuurlijk vele stormen heeft doorstaan.

 

De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden kent vijf Admiraliteitscolleges, die zijn belast met het beheer van de zeezaken in meest uitgebreide zin. De leden der colleges worden op voordracht van de Staten van de betrokken provincie door de Staten Generaal benoemd. Het is gebruikelijk ook enige gedeputeerden van buiten het gewest van residentie te benoemen. Tot de taken van de admiraliteitscolleges behoort de naamgeving van de oorlogsschepen, waarbij zij vrijwel volledig hun gang kunnen gaan. Dit levert onder andere een aantal namen van grote steden en van woon- of geboorteplaatsen van collegeleden op, maar dat zijn categorieën waar het dorp Hilversum niet in thuishoort. Dat is in 1650 door de aanleg van de Gooise Vaart weliswaar uit een eeuwenlang isolement gehaald, maar in 1655 is het nog een onbeduidend boerendorpje. De naam Hilversum is echter wel bekend in Amsterdam; in 1625 is er een ernstig conflict geweest met een aantal rijke Amsterdammers over de ontginning van ’s-Graveland en vanaf januari 1651 verschijnt regelmatig een Hilversums beurtvaartschip in Amsterdam. Het haven- en scheepsvolk zal van het bestaan van Hilversum gehoord hebben van de Hilversumse boerenzoons die, zoals uit onderzoek van Dr. P.W. de Lange is gebleken, al vóór 1650 als sleper in Amsterdam werkzaam zijn geweest.

 

Egbert Bartolomeusz Kortenaer of Egbert Meussen Cortenaer (Groningen ca.1604 – bij Lowestoft 13 juni 1665) is een Nederlands admiraal en zeeheld geweest uit de zeventiende eeuw. In plaats van Meussen wordt ook wel de vorm Meeuwisz gebruikt. Het portret is geschilderd door Bartholomeus van der Helst (1613-1670) in 1660. In tegenstelling tot de afbeelding is Kortenaer zijn rechteroog kwijt. Olie op paneel, hoogte 68 cm, breedte 59 cm. Bron: Collectie Rijksmuseum Amsterdam, www.rijksmuseum.nl. Licentie: Public Domain.Egbert Bartolomeusz Kortenaer of Egbert Meussen Cortenaer (Groningen ca.1604 – bij Lowestoft 13 juni 1665) is een Nederlands admiraal en zeeheld geweest uit de zeventiende eeuw. In plaats van Meussen wordt ook wel de vorm Meeuwisz gebruikt. Het portret is geschilderd door Bartholomeus van der Helst (1613-1670) in 1660. In tegenstelling tot de afbeelding is Kortenaer zijn rechteroog kwijt. Olie op paneel, hoogte 68 cm, breedte 59 cm. Bron: Collectie Rijksmuseum Amsterdam, www.rijksmuseum.nl. Licentie: Public Domain.

 

Al met al echter weinig reden voor de Amsterdamse admiraliteit om een oorlogsschip ‘Hilversum’ te dopen. Anders dan in latere jaren is het dan niet meer gebruikelijk de scheepsnaam op het schip aan te brengen. De hoge achterzijde van het schip, de bovenspiegel, is versierd met een afbeelding die vaak een aanduiding vorm voor de naam van het schip.

 

De op de afbeelding uitvergrote bovenspiegel van de ‘Hilversum’ laat een waterkasteel met een loopbrug zien en dat stelt de historici voor een raadsel, omdat zo’n bouwwerk in Hilversum niet bestaat. Enkele decennia geleden is de oplossing door toeval gevonden: het kasteel is de borg ‘Verhildersum’ in het Groningse Leens. Uit nader onderzoek blijkt, dat Allard Tjarda van Starkenborgh, Heer van Verhildersum in 1654 en 1655 ‘buitenlid’ is geweest van het Amsterdamse admiraliteitscollege. Te zijner ere krijgt het schip de naam ‘Verhildersum’ en onder die naam wordt het ingeschreven in de schepenlijst van de admiraliteit. De verre borg ‘Verhildersum’ is in de Amsterdamse haven een onbekende, ‘Hilversum’ daarentegen (zoals hiervoor aangegeven) een bekende klank. De verbastering van de naam ‘Verhildersum’ tot ‘Hilversum’ is dan niet zo verwonderlijk. In ieder geval is vrijwel van meet af aan sprake van de ‘Hilversum’, ook in officiële documenten. Zo is onbedoeld de naam Hilversum gedurende een tiental jaren in vele landen uitgedragen. De borg zelf wordt in de veertiende eeuw voor het eerst genoemd; de naam zal zijn af¬geleid van ‘Vrouw Hilde’s-Heem’.

 

Na tweemaal verwoesten weer opgebouwd te zijn, bereikte de borg onder Allard Tjarda van Starkenborgh het toppunt van zijn glorie. Als bewindvoerder van de West-Indische Compagnie zal hij over ruime middelen hebben beschikt, wat mede blijkt uit zijn schenkingen aan de kerk van Leens. Nadat in de tweede helft van de achttiende eeuw het verval inzet, wordt de borg een aantal keren verbouwd en verkleind tot hij in 1953 door de gemeente Leens wordt aangekocht. Na een grondige restauratie wordt de borg als museum ingericht en vormt hij met de bijgebouwen en aanhorigheden een luisterrijk geheel, alleszins een bezoek waard.

 

 

Van Allard Tjarda van Starkenborgh is nog een lijst van nagelaten goederen en rechten van 1679, een inventaris:

 

I. 'Heerlijkckheden en Gerechtigheden van Liens, Verhildersum met annexen. Vorders Unicus Collator van Pastorije, kercken, costerijen, wat naeme het magh hebben, een staande Schepperie en arflijck an 't huis Verhildersum. Ook de Schepperije ofte schouwinge van de Leenster, Weester Hamricken bij Hoornhuizen en van de Provesttije dijcken van Leens ofte noordwester dijck.

 

II. Opstellinge der Heemsteden in 't Carspel Leens (17 stuks).

 

III. Opstellinge der Arflanden van wijlen de H. E. Geb. Heer Allard Tjarda van Starkenborgh,
1. Ten eersten 8 juck genaemt de poortvenne, wordt bij het Huis gebruikt.
2. De Borghvenne groot 8 juk, wordt bij het Huis gebruikt.
3. 10 juk ten oosten de singel, wordt bij 't Huis Verhildersum gebruikt.
4. 4 juk ten noorden de singel soo bij 't Huis Verhildersum gebruikt wordt. 5. 3 juk ten westen van de singel. 6. 9 juk wijrd ten zuiden van de weg, soo bij de borgh wordt gebruikt.

 

IV. Beclemde Arflanden (7 percelen).

 

V. Opstellinge der angecofte Landen (6 boerderijen en 15 kleinere percelen).

 

VI. Opstellinge der landerijen tot Cloosterburen en Heerlijcheijt en gerechtigheit toe Cloosterburen en dijckhaver (9 percelen landerijen). Hermannus Mellingh heeft doen ter tijt het Recht bedient en dat Jaerlijx voor 50 car. gl. En daer en boven de halve breucke (boete), boven de 5 marcke. Noch soo komt mij van ijder heert Landes dartich Jucken of daer over, een Mudde dijckhaver toe, - de minderen nae advenant (na verhouding), alles volgens register. Oock soo komt mij toe het schouwen van vonders en het verleggen van dien. Als mede in het Coer der kercke den kelder om mijn dooden daer in te laeten setten.'. 'Daer en boven komt mij toe alleen, het stellen van een sijlrechter van Liens. Alsmede een wedman. Noch de Deken-lammer en koeschotten. Tafel Leen. 3 jucken in de valge, wort gebruikt door Tidde Martjes, 't juk voor 5 daelder, is te saemen 15 daelder. DerdehalffJucken soo Jan Alberts in de valge gebruickt voor 12 daelder.'

 

Allard als jongeman.

Afb. links: Allard als jongeman

 

Secularisatie

Bij de secularisatie in 1594 komen de tienden aan de provincie, die ze in 1656 publiek verkoopt. 'Lienster dekenlammer koeschotten bij de E. E. Jr. Allart Tjarda van Starkenborgh gecoft voor 362 gulden'. Onder Tafelleen of Tafelgoed wordt verstaan goederen, waarvan de opbrengst bestemd is voor de bekostiging van de tafel, d.w.z. van de maaltijden van de bisschop, dus in het algemeen van de hofhouding van de bisschop.

 

 

 

De iets oudere Allard.Afb. links: De iets oudere Allard.

 

Scheidacte van 1679

Een andere acte, eveneens van 1679, een scheidacte, geeft de borg met de heerlijkheden en gerechtigheden, die op de drie zoons Edzard Jacob, Lambert en de minderjarige Bartold vererft, meer gespecificeert:

 

'het Huis Verhildersum met de hoven, tuynen, singels, laenen, graften, poorten, bruggen ende heerlijkheden en gerechtigheden als het staende Redgerrecht tot Leens, de unique collatie van kerk, pastorij, costerij, organist, prebende, vicarije ende Taefelleen tot Leens, alle gestoelten ende graeven in de kerke tot Leens aen het huys Verhildersum gehoorig, mitsgaeders de dijckhaver tot Leens, als ook de staende Schepperij van Verhildersum over Leens en Zuurdijck ende het stellen van een Zijlrichter over Leens en Zuijrdijck, mede staende dijckrecht van Leens ende alle verdere gerechtigheden tot het Huys Verhildersum behorende. (o.a. jachtrecht, zwanedrift en duivenvlucht, eigenlijk emolumenten van het redgerrecht)'.

 

Verhildersum is op een schilderij afgebeeld op het toppunt van zijn glorie! De Gouden Eeuw! Dat Allard Tjarda van Starkenborgh bewindhebber is van de West-Indische Compagnie, zal daar ook wel toe bijgedragen hebben! Een van de opmerkelijkste interieurstukken van de borg Verhildersum in Leens is het familieportret Tjarda van Starkenborgh. Deze invloedrijke jonker familie is meer dan twee eeuwen eigenaar van Verhildersum. In het midden van de 17e eeuw behoort het geportretteerde gezin van Allard Tjarda van Starkenborgh en Gratia Susanna Clant tot de meest welvarende borgbewoners in Groningen.

 

Zoals in die tijd gebruikelijk, heeft ook dit gezin een huis in de stad Groningen. Het is immers de Gouden Eeuw, de glorietijd van de Ommelander adel. Het echtpaar bestelt voor beide huizen diverse schilderijen, waaronder het genoemde familieportret. Het wordt in 1670 geschilderd door Martinus van Grevenbroeck. De laatste restauratie levert enkele verrassingen op.

 

Van sommige afbeeldingen is de bron niet (meer) bekend. Reacties worden op prijs gesteld.


Gerelateerde artikelen: (deze artikelen openen in een nieuw venster)
Kwartierstaat van Edzard Tjarda van Starkenborgh Stachouwer

Gratia Suzanna Clant van Nijenstein.
De website van het landgoed Verhildersum.
De borg Verhildersum in Leens.
De Petruskerk van Leens.


 

 

Bronnen:


- RHC GA (Groninger Archieven
- Ommelander borgen en steenhuizen. W.J. Formsma, R.A. Luitjens-Dijkveld Stol, A. Pathuis.
- Jonkers tussen Stad en Wad. W.A. Braasem Groninger borgen en Drentse havezaten.
- Herma Kamphuis. De borg Verhildersum en zijn bewoners.
- R.A. Luitjens- Dijkveld Stol.
- Informatie van Internet via GOOGLE. ‘Schier Web’, ‘Stachouwer op Schiermonnikoog’.
- Gemeentearchief van De Marne Documenten en boeken in het Rijksarchief Groningen
- Noorderkrant.nl
- Jeanine Oostland, Verhildersum terugkeer van de bewoners.
- Museum en Landgoed Verhildersum
- GDW. Groninger Gedenkwaardigheden, Pathuis/Alma
- Groningse volksalmanak, historisch jaarboek voor Groningen (1976-1977) 42-47

- Adriaan Plomp, een verrassing uit de Gouden Eeuw, 2001.

- Moer, A.van der, ‘Abraham Van der Hulst’.

- Marineblad van september 1991.
- Moer, A.van der, ‘Jan van Amstel’.
- Marineblad van april 1992.
- Moer, A.van der, ‘Chatham’, Marineblad van april 2001.
- Gent, T. van, 17 Zeventiende-eeuwse admiralen en hun zeeslagen, 2000.
- Weber, R.E.J., ‘s Lands schip Verhildersum; zijn naam en de voorstelling op zijn bovenspiegel’.
- Groningse Volksalmanak 1976-77.
- Winkler Prins Encyclopaedie, Eerste deel, Zesde druk, 1947.
- Haar, J. ter, Geschiedenis van de Lage Landen, Deel 3,1971.
- Lange, P.W. de, Grepen uit Hilversums Historieën 900-1800,1990.
- Dreiskamper, P., Redeloos, radeloos, reddeloos, 1998.
- Speelman e.a., H.W., Bekijk het Noorden Eens Anders, e.a.
- Luitjens-Dijkveld Stol, R.A., De borg Verhildersum en zijn bewoners, 1983.

 

 


 

 

Deze pagina maakt deel uit van www.nazatendevries.nl. Aan bovenstaande tekst is de uiterste zorgvuldigheid besteed. Desondanks kunnen er best fouten voorkomen. Constateer je fouten en/of heb je vragen, correcties, aanvullingen......... geef die dan even aan mij door via mijn E-mail adres (zie rode balk boven). Wij hebben ons uiterste best gedaan om de auteurs van teksten/citaten en copyrightbepalingen van afbeeldingen te achterhalen. Mocht je rechthebbende zijn en hierover vragen of opmerkingen hebben, neem dan contact op via e-mail. Lees ook de 'Disclaimer' en 'Privacy' voor méér informatie en laat ook eens een bericht achter in het Gastenboek, dan weet ik waarvoor ik het doe.

Hoogeveen, 11 februari 2021.
Revisie: 10 oktober 2023.
Revisie: 22 april 2024.
Samenstelling: © Harm Hillinga.
Menu Artikelen.
Terug naar de HomePage.
Top